In een plas in het natuurgebied De Zig in Molenbeersel (Kinrooi) zijn woensdag een paar honderd jonge grote modderkruipers te water gelaten. De visjes van 2,5 maanden oud zijn gekweekt uit ouderparen die vorig jaar in de Lossing waren gevangen. Het is de eerste keer dat gezonde modderkruipers met materiaal van hier worden gekweekt en vrijgelaten.
De grote modderkruiper is een vis die al lange tijd op de rode lijst staat. Via eDNA en fuiken zijn onderzoekers van het INBO al langer bezig om de aanwezigheid van deze zeldzame en bijzondere vis in kaart te brengen. Tot nu toe met weinig resultaat. Er zijn maar enkele plekken in Vlaanderen (buurt van de Lossing, Platwijers, Bokrijk, Herkenrode en Schulensbroek in Limburg en twee plekken buiten Limburg) waarvan nog zeker geweten is dat deze soort zit. “Op de meeste plekken weten we dat ze er zitten via dat eDNA. Maar effectief een grote modderkruiper vinden, is heel moeilijk vanwege hun levenswijze: onder in de modder. In Herkenrode gebeurde dat een paar jaar geleden. Alleen is die populatie waarschijnlijk verdwenen. We vinden geen sporen meer en daarmee was het een ‘fantoompopulatie’”, zegt Jeroen Van Wichelen, senior onderzoeker bij het INBO. Daarmee bedoelen ze dat een populatie ogenschijnlijk gezond lijkt maar eigenlijk ten dode is opgeschreven omdat ze zich niet meer kunnen voortplanten. Dit jaar zijn er zowel in Bokrijk – een amfibieënfuik – en in Kinrooi – bij werken in de Horstschatersbeek – exemplaren van de modderkruiper gevonden. Of deze populaties gezond zijn, wordt nog onderzocht.
Lossing
Tot vorig jaar was het bij gebrek aan kweekmateriaal quasi onmogelijk om visjes te kweken met hetzelfde genetische materiaal dat in onze beken en moerassen zit. “Tot we bij beheerswerken in de Lossing richting Bocholt op een gezonde populatie grote modderkruiper stootten. Er zaten jonge visjes bij en die ontdekking is nog steeds de enige voor Vlaanderen. We vingen er 14 vissen en namen ze mee naar onze viskwekerij in Linkebeek om te kweken. De eerste lichting modderkruipertjes is nu in de Zig in Molenbeersel – een gebied van Limburgs Landschap vzw – uitgezet. Een gebied dat vlakbij de Lossing ligt en waar we vanuit gaan dat er ook grote modderkruiper zit. De reden waarom we niet in de Lossing zelf jonge exemplaren uitzetten: het is een onnatuurlijke beek om overtollig water weg te voeren. Maar door de verdroging is die functie weggevallen. Vandaar dat we hier in Molenbeersel de eerste paar honderd exemplaren te lossen. De Zig is een natuurlijk overstromingsgebied dat we in de toekomst nog meer willen vernatten”, vertelt Van Wichelen.
Meerjarenplan
Bedoeling is dat er met de gezonde moederparen jaarlijks duizenden modderkruipertjes worden gekweekt. “Die gaan we zowel hier als op 49 andere plekken in Vlaanderen uitzetten op plaatsen waar we sporen vinden om de plaatselijke populatie te versterken. Zo’n uitzetting is altijd een meerjarenplan. Een grote modderkruiper is geslachtsrijp in het 3de tot 4de levensjaar. Zolang moeten we om de zoveel tijd jongen uitzetten. Als er het jaar nadien jonge exemplaren zijn, wil dat zeggen dat we in de opzet zijn geslaagd”, legt Johan Auwerx, bioloog aan het INBO, uit. Hij schat dat ongeveer 80% van de jonge visjes die woensdag in Molenbeersel zijn gelost het overleeft. De onderzoekers zijn zeer ambitieus in het redden van de grote modderkruiper. “Bedoeling is ook om vanuit Nederland nieuw bloed aan te voeren om de soort te versterken.”
Tekst: Mireille Maes – Het Belang van Limburg