De Vlaamse Overheid heeft de verkenningsnota van Limburgs Landschap vzw voor natuurgebied ‘Overgangsgebied Keha’ (afkorting voor Kempen – Haspengouw) goedgekeurd. Dat is zeer goed nieuws. Het is een eerste stap op de weg naar een erkenning als nieuw natuurgebied in Lanaken en Zutendaal. Een status die deze natuur zeker meer dan waardig is.
Het dossier werd ingediend door Limburgs Landschap vzw, die het overgrote deel van de oppervlakte in eigendom hebben (7,39 ha). Maar ook Orchis vzw (0,58 ha) springt mee op deze kar, samen met Agentschap Natuur en Bos (1,22 ha). Daarnaast doet ook de gemeente Lanaken mee als partner door (0,81 ha) een aantal percelen te verhuren aan Limburgs Landschap vzw. Zo gaat het in totaal toch om een oppervlakte van ruim 10 ha verspreid over grondgebied Lanaken en Zutendaal.
Dat de percelen waarvoor het dossier werd ingediend al in een speciale beschermingszone lagen (Vlaams Ecologisch Netwerk en Habitatrichtlijngebied) heeft natuurlijk geholpen. Toch is een volledige erkenning een veel grotere garantie voor het behoud en de verbetering van de natuurwaardes.
Valleien en beekprikken
In het dossier werden twee belangrijke valleien opgenomen. De Bezoensbeekvallei en de Roelerbeekvallei. Beiden gebieden die aangeduid zijn voor Europese doeleinden hebben dus grote potenties voor de natuur. Momenteel zijn voor sommige natuurtypes maar kleine relicten aanwezig. Maar dit geeft wel aan dat, mits het juiste beheer, een herstel zeker mogelijk is.
Gelukkig is de bever er constant aan het werk om openheid in het gebied stap voor stap terug te brengen.
Zo komt in beide beken de beekprik nog voor. Deze speciale vissoort komt enkel nog voor in beken met een natuurlijk, gebufferde structuur en een zeer goede waterkwaliteit. Dit gebied vormt dan ook een van de weinige leefgebieden voor deze zeldzame verschijning. De beekprik brengt het grootste deel van zijn leven door als blinde larf in de bodem van de beek. Eenmaal volwassen verandert het dier in een wat vreemde vis. Een langgerekt, cilindervormig lichaam met ronde kieuwen aan de zijkant van zijn hoofd. En een opvallende mondschijf. Hiermee schrapen ze niet alleen hun eten van de bodem van de beek. Maar bouwen de mannetjes ook een echt nestje voor hun vrouwtje. Dit doen ze door steentjes vast te zuigen en ze zo te verplaatsen. Nadat de eitjes in dit nestje zijn afgezet en bevrucht, sterven de volwassen dieren.
Zuiver water is voor deze soort een essentiële voorwaarde. Daarom zullen er op korte termijn zeker maatregelen moeten genomen worden in verband met de lozing van ongezuiverd afvalwater, het verwijderen van een overstort op de Bezoensbeek en inbuizingen. Een natuurlijke hermeandering van de beken is ook aan de orde, alsook het wegwerken van een aantal vismigratieknelpunten.
Gespot: kleine ijsvogelvlinder en meer
Het kalkrijk kwelwater in deze valleien in combinatie met een mozaïek van verschillende open en gesloten, vochtige, bloemrijke graslandjes geeft kansen aan heel wat soorten. Moerassprinkhaan, kleine ijsvogelvlinder werden er al gezien. Ook vleermuizen weten het gebied te vinden. Zo werden er al rosse vleermuis, ruige dwergvleermuis en watervleermuis vastgesteld. Daarnaast is het natuurgebied ook rijk aan vogelsoorten zoals onder andere blauwborst en ijsvogel. Het herstellen van de waterhuishouding en het voorzien van goede corridors met nabijgelegen natuurgebieden zoals Neerharerheide zal de kans op het creëren van gezonde populaties zeker vergroten.
Verdubbeling
De goedkeuring van deze verkenningsnota is ook goed nieuws voor Nationaal Park Hoge Kempen. De ambitie van de minister om dit park in oppervlakte te verdubbelen wordt hiermee zeker bevestigd. Maar er is nog heel wat werk aan de winkel. Zo staan er in de valleien nog heel wat illegale bouwsels en werden er door de tijden ook heel wat graafwerken uitgevoerd die momenteel nog een negatieve impact hebben op de waterhuishouding van het gebied. Daarnaast is van het ooit open karakter van de valleien niet zo heel veel overgebleven door een constante verbossing. Gelukkig is de bever er constant aan het werk om die openheid stap voor stap terug te brengen.
Een sterk punt is dan weer dat er nog heel wat oude landschapsstructuren aanwezig zijn. Zo zijn er de pittoreske woonkernen Stalken en Roelen en de vroegere gemeenschapsgronden, toen heide nu bos. Zo is de Stalkerschans in de Bezoensbeekvallei een mooie getuige van het vroegere landgebruik. Reeds in 2008 werd er een landschapsplan opgesteld om het toekomstige landschapsbeeld te ontwikkelen voor dit gebied. Dit samen met het gemeentebestuur van Zutendaal, Afdeling Natuur en Bos, Bosgroep Hoge Kempen Limburg, Regionaal Landschap Lage Kempen, Plattelandsloket provincie Limburg en Onroerend Erfgoed afdeling Limburg.
Hoewel dit nog maar een eerste stap is, geeft dit besluit toch een hoopvolle kijk op dit natuurgebied met enorm veel potentieel. Momenteel ontvangt Limburgs Landschap vzw nog geen subsidies voor het beheer van de percelen in eigendom of huur. Enkel de aankopen kunnen dankzij deze beslissing rekening op een gedeeltelijke ondersteuning vanuit de overheid. Voor de beheersubsidies moet het dossier nog een lange weg doorlopen. Maar we zijn weer een stap verder. Op weg naar het veilig stellen van weer een stukje schitterende natuur in Limburg.