Lees hier het volledige artikel
Limburgs Landschap vzw zet zich al 50 jaar in voor de Limburgse natuur. Wat startte als een actie om het Stamprooierbroek te redden, is intussen een organisatie met bijna 3.000 hectaren natuurgebied. “Het plan is om dat in de volgende 50 jaar nog te verdubbelen”, zegt voorzitter Pierre Van Haelst.
Landmeter op rust Van Haelst was de man die in 1971 ter oren kwam dat een teruggekeerde koloniaal een groot perceel in het Stamprooierbroek in Molenbeersel had gekocht. “Bedoeling was dat in het gebied alles werd platgegooid om er dan varkensstallen te bouwen. Dit kon ik echt niet laten gebeuren. Bij het gemeentebestuur diende ik protest in. En op een Europese dag van de natuur in Neerpelt zocht en vond ik zeven medestanders. Samen zamelden we geld in om de gronden te kopen. Om het geld bij de bank te lenen, stonden er een paar persoonlijk borg voor een miljoen frank. Maar de aankoop van de eerste 10 hectaren werd een feit. Simpelweg omdat wij bleven volharden en de eigenaar in de gaten kreeg dat hij geen kant meer uit kon. (lacht) Zo begon het.”
Intussen hebben jullie 40 gebieden. Toch lijken jullie altijd het kleine broertje van – het veel jongere – Natuurpunt te zijn.
“Misschien is die perceptie er bij sommige. We zijn kleiner, dat klopt. Maar dat heeft vooral voordelen. We kunnen veel korter op de bal spelen en blijven op en top Limburgers. Zowel voor onze aankopen als in ons beleid. We proberen altijd met al de natuurgebruikers samen te werken. Wij werken met iedereen samen, maar bij voorkeur met Limburgers. Voor werken die door externen moeten worden uitgevoerd, proberen we altijd bedrijven uit Limburg in te schakelen. En met de boeren en jagers in de buurt van de gebieden sluiten we beheersovereenkomsten. Jagers en natuurverenigingen lijken vaak niet compatibel. Maar het kan, mits goede afspraken, vaak wel. “Finaal moet de natuur beter worden. Daar draait het om”, pikt directeur Frans Verstraeten in. “Boeren, jagers, wandelaars, andere natuurverenigingen, de overheid, we hebben ze allemaal nodig om onze natuur vooruit te helpen. Door een boer uit de buurt te vragen om zijn koeien te laten grazen op terreinen van ons, winnen we beiden. Hij heeft meer ruimte en wij moeten geen personeel inzetten om er te maaien.”
Jullie hanteren de 80-20 % regel! Wat wil dat precies zeggen?
“We zijn idealistisch op een realistische manier. Voor de volle 100% een natuurdoel halen, is vaak niet uitvoerbaar. Niet kakelen maar eieren leggen, is een van onze leuzen. Natuurherstel, zeker maar doe het gewoon. Blijven praten om de volle pot binnen te halen duurt soms te lang.”
Verstraeten: “Wij hebben onze doelen, blijven altijd op diezelfde nagel kloppen. Alleen zullen we een paar keer meer moeten kloppen omdat we de natuur meer tijd geven. Alles wat spontaan komt, is natuur. Het is een kwestie van hoe die spontaniteit wordt gestuurd. En onze vzw doet dat op een zachte, minder bruuske manier. Natuurherstel is iets wat op lange termijn gebeurt. Het moet niet perse meteen. Natuur heeft tijd en ruimte nodig. Het is een duursport. Maar wat je er voor krijgt, is heel mooi. Alleen moet je vaak wat geduld oefenen. En heb je dan maar de 80% van het doel bereikt, wat dan nog. Als dat overal wordt gerealiseerd, mogen we al heel content zijn.”
Zijn jullie in al die jaren ooit in de verleiding gekomen om ook buiten Limburg grond aan te kopen?
Pierre Van Haelst: “Nee. In Limburg is er nog genoeg werk. Op dit moment is er ongelooflijk veel grond te koop. De illegale huisjes in het groen is een verhaal dat naar zijn einde gaat. De mensen die het nu van hun ouders kregen, hebben er totaal geen connectie meer mee en willen gewoon geld. Elk jaar kopen we wel een paar percelen waar bungalows opstaan. Tientallen werden er in al die jaren al gesloopt en opgekuist. Maar wat veel mensen vergeten, is dat afbreken ook geld kost. Daar moeten we een budget voor apart houden. Al die centen blij elkaar krijgen, blijft het moeilijkste werk.”
Met een omzet van 2.5 miljoen euro per jaar moeten jullie zelf toch ook een en ander in kas hebben?
Pierre Van Haelst: “Het gaat om veel geld ja. En het wordt er niet goedkoper op. We stellen ondertussen 27 mensen te werk. Om die hoge loonkost kunnen we niet heen. Maar ook de percelen worden duurder. Een vijftal jaar terug vonden we 15.000 euro per hectare duur, probeerden we nog wat van de prijs af te pitsen. Tegenwoordig is 1,5 euro/m² standaard, ligt de vraagprijs vaak nog veel hoger. En ja, het overgrote deel van dat geld krijgen we van de Vlaamse overheid. Maar de rest moeten we nog zelf bij elkaar halen. Dat de provincie dan ineens zegt dat ze stoppen met subsidie, dat doet ons pijn. Want we kunnen maar kopen waar we geld voor hebben. Een gat van 90.000 euro zelf dichtmaken als vzw, is heel moeilijk. En zo loopt het aankoopbeleid vertraging op.”
Vrijwilligers zijn in jullie organisatie heel belangrijk.
Frans Verstraeten: “Limburgs Landschap vzw kan een beroep doen op een grote schare trouwe vrijwilligers. Dat is onze sterkte. Allemaal mensen die zich inzetten voor de natuur bij hun om de hoek. En corona heeft ons daar in de kaarten gespeeld. Onze achterban is het laatste maanden alleen maar groter geworden. We merken dat de mensen hunkeren naar de herkenbaarheid van hun jeugd. Het liedje ‘Langs het tuinpad van mijn vader’ van Wim Sonneveld zette dat 54 jaar geleden al in de verf. Maar het is actueler dan ooit. Mensen willen dat de groene gebieden in hun buurt blijven bestaan en willen daar ook moeite voor doen. De volgende jaren blijven wij als vzw daar ook op inzetten.”
Jullie kijken dus al uit naar de volgende vijftig jaar.
Frans Verstraeten: “Daar zijn we ons inderdaad op aan het voorbereiden. Van de acht oprichters zijn er nog drie actief in de vzw. En de generatie die helemaal mee was in het natuurbeschermingsverhaal van de jaren 1980 en 1990 is ouder aan het worden. We moeten nu kansen laten aan de jongere generatie. Daarom zijn we ook op zoek naar een tweede directeur. De oude generatie kan zo de jonge generatie opleiden en dankzij de verjonging, komen er ook nieuwe insteken. “
Hoe zien jullie die natuur evolueren?
“Met corona hebben we gezien dat alle natuurgebieden omvergelopen zijn. De uitdaging bestaat erin om te gaan nadenken van hoe we al die stukjes natuur openstellen. Als natuurvereniging moet je ook durven zeggen dat niet overal mensen mogen komen. Sommige dingen worden best gerust gelaten. Het Stamprooierbroek is daar het beste voorbeeld van. Intussen hebben we daar al 500 hectaren. Maar lang niet alles stellen we open voor het publiek. En dat is een bewuste keuze. De eeuwenlange ondoordringbaarheid heeft ervoor gezorgd dat het een van de gebieden in Limburg is waar je ook in 2021 de woeste natuur zou kunnen ervaren; een echte jungle. Aan de randen mensen toelaten kan. Maar leg aub geen paden door het gebied. De verstoring gaat voor sommige soorten te groot zijn en dan jagen we ze weg. Door het af te sluiten, koesteren we wat zo waardevol is.”
En is er nog ruimte voor meer natuur?
Pierre Van Haelst: “Uiteraard. Zoals we al hebben gezegd, er is grond genoeg te koop. Onze ambitie is om over 50 jaar ruim 6.000 hectaren grond in beheer te hebben. Elk Limburgse stukje waardevolle grond dat ons wordt aangeboden, nemen we in overweging. In elke Limburgse gemeente proberen we de kleinere waardevolle gebieden te herstellen en te beschermen. Hier is zoveel moois, de Maasvallei, het Nationaal Park, het Vijvergebied, de Laambeekvallei, allemaal gebieden waar nog stukjes aan toegevoegd kunnen worden door stukje bij beetje gebieden aan te kopen. Daar gaan we de komende 50 jaar nog de handen vol mee hebben.
Maar nu eerst die 50ste verjaardag vieren? “2021 staat voor een groot stuk in het teken van ons jubileum. Zo hebben we al onze vrijwilligers via de post al een ‘nieuwjaarsreceptie in een omslag’ bezorgt. In oktober plannen we een grootse viering in De Muze in Heusden-Zolder waar we een aantal bepalende personen uit ons verhaal graag in de bloemetjes gaan zetten. Maar ook gaan debatteren over waar we naartoe willen met onze Limburgse natuur met een aantal belangrijke spelers in dit thema.
Maar daarnaast willen we zo veel mogelijk mensen in Limburg laten meegenieten van ons feestje. Zo hebben we een extraatje voor iedereen die dit jaar 50 wordt, net als wij. We geven 1000 eikjes weg en vragen om dit boompje te planten in hun tuin, of bij familie. Zo creëren we samen natuurlijke stapstenen naar onze natuurgebieden voor insecten en vogels.”