De voorbije periode hebben we heel wat regen gehad. Soms zelfs – voor heel wat mensen – te veel. Zeker als je straat, of in het ergste geval je woning, blank komt te staan. Nu vertellen dat de grondwaterstand nog niet op peil is, levert dan ook meestal gefronste wenkbrauwen of zelfs boze blikken op. En toch…
Historisch laag
Uit heel wat grafieken blijkt dat de grondwatertafel nog steeds in dalende lijn zit. In onze natuurgebieden, maar ook daarbuiten, merk je dat aan beken die steeds sneller droog staan of poelen die veel te vroeg zonder water komen te zitten. De natuur worstelt met dit probleem. Vooral soorten die afhankelijk zijn van water, zoals amfibieën, krijgen dan ook klappen. Maar elke soort ondervindt nadelen aan die dalende trend. Want water is levensbelangrijk, ook voor ons.
De oorzaken zijn blijkbaar een combinatie van heel wat factoren. Zo vind ik na even zoeken op het internet rapporten die verwijzen naar de klimaatverandering. Maar in andere studies wordt dan weer verwezen naar de historische fout van een verkeerd beheer van onze waterwegen. Ooit was de trend ‘diep en recht’ zodat alles snel kon afgevoerd worden. Een cruciale flater. Maar de grote boosdoener lijkt toch wel de alomtegenwoordige verharding te zijn in ons landschap. Steden lijken een groot betonnen vlak. Maar ook de lintbebouwing – want van dorpskernen kunnen we al lang niet meer spreken – grijpt duchtig naar zijn deel van een niet-waterdoorlatende bodem.
Vooral bij hevige plensbuien zie je dit effect. Alles stroomt in een rotvaart over de bodem om daarna de straat als afwateringskanaal te gebruiken. De rioolputjes zijn waardeloos. Vaak omdat de riolering de enorme toevloed op korte termijn niet krijgt verwerkt, maar ook omdat de stroming zo hevig is dat het water er niet in raakt. Alles stroomt dus naar de beken, waar het dan ook in een rotvaart richting de zee stroomt. De grondwatertafel wordt tijdens deze helse tocht schromelijk over het hoofd gezien.
Bufferen
Gelukkig hebben een aantal betrokken instanties ondertussen het licht gezien. Snel afvoeren wordt steeds meer vervangen door bufferen. Bekkens schieten als paddenstoelen uit – in dit geval in – de grond. Beekvalleien en andere plaatsen waar ooit – door de natuur gekozen – water stond, krijgen hun oude functie terug. Bij hevige regens wordt het water naar deze plekken geleid om daarna de kans te krijgen om in de bodem te sijpelen. Op deze manier hoopt men de grondwatertafel terug op peil te brengen of toch minstens de dalende trend te doorbreken.
Graslandbeheer in een bufferbekken is vaak een processie van Echternach
Maar aan dit verhaal kleeft ook een negatief gevolg. Het water dat naar deze plekken wordt geleid is niet altijd van goede kwaliteit. Met wat pech vloeit er ook een deel water uit vervuilde beken of riolen mee. Dit komt dan soms terecht in natuurgebieden die vaak de plaatsen waren waar vroeger de natuurlijke waterbuffering aanwezig was. Met als gevolg dat de bodem een injectie met verrijkende stoffen krijgt. Het jarenlange beheer van verschraling van de bodem door maaien en afvoeren kan op die manier met een stevige regenbui teniet gedaan worden. Een processie van Echternach, maar dan met een grote stap achteruit. Soorten die dit niet tolereren verdwijnen als sneeuw voor de zon. Opnieuw is het vaak de natuur die de oplossing moet bieden en dan ook de nadelen ondervindt. Andere sectoren zoals landbouw en industrie worden hier jammer genoeg minder voor gebruikt. Terwijl daar toch vaak de oorzaak ligt.
Verantwoordelijkheid
Moeten we dan deze natuurlijke wachtbekkens niet herinrichten of gebruiken? Zeker wel. Als natuurvereniging beseffen wij wel degelijk dat het onze verantwoordelijkheid is om deze oplossing aan te bieden. De keuze tussen een straat die onder loopt of het sparen van een soortenrijk grasland is snel gemaakt. Dan doen we wel weer een paar jaartjes verder met ons maaien en afvoeren. Daar is geen discussie over.
Maar misschien kunnen de opties van waterbuffering wel wat ruimer bekeken worden. Massale ontharding in dorpskernen, steden en industrieterreinen zou ook al een – letterlijke – slok op de borrel schelen. Zoeken naar buffermogelijkheden buiten die valleigebieden is ook een mogelijke optie. Jammer genoeg stroomt het water en lopen de beken altijd op het laagste punt in het landschap en net daar zit vaak de natuur. Onze voorouders waren – toch meestal – slim genoeg om hun woningen en andere gebouwen op hoger gelegen plaatsen te zetten.
Maar vindingrijk zijn en alternatieven zoeken waardoor waardevolle natuur mogelijk kan gespaard blijven. Misschien toch iets om over na te denken?