fbpx

Maasarm

Negenoord – Kerkeweerd

Dilsen-Stokkem

Als er een factor is die dit gebied gevormd heeft, dan is het zonder twijfel de Maas. Niet enkel heeft deze stroom in een ver verleden het ganse landschap rond Negenoord vorm gegeven. Maar ook nu nog heeft het water en de stroom een enorme impact op dit natuurgebied en zijn bewoners.

Tijdens de warmere periode tussen de verschillende ijstijden schuurde de wilde Maas zich een stroombedding uit in haar eigen puinkegel (door het water aangevoerde stenen en kiezel). Zo ontstonden gedurende de verschillende periodes de verschillende Maasterrassen.

In de 19de eeuw werd, in een poging om de Maas jaarrond bevaarbaar te maken voor grotere schepen, de Maas ingedijkt en bijna gekanaliseerd. In het kader van hoogwaterbeveiliging en natuurverbindingen, wordt er nu weer meer ruimte aan de Maas gegeven. Dit gebeurt door de oevers breder en meer aflopend te maken en geulen en eilanden aan te leggen. Nu kan de Maas weer, bijna net zoals vroeger, afhankelijk van het waterniveau een eigen koers varen.

Binnen het gebied ontdek je grote plassen die zijn ontstaan door de winning van grind. Het zijn heel diepe waters die vooral veel vogels aantrekken. Maar er is ook een langgerekte plas. Dit is een oude maasarm. Hoe is deze ontstaan?

Rond het huidige natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd heeft de Maas in het verleden vaak haar loop verlegd. Tot ca 1820 fungeerde de oude Maasarm bij Maascentrum de Wissen in Stokkem nog als hoofdbedding. Daarna is deze grote meanderbocht afgesneden via een deels door de mens geforceerde omleiding langs Obbicht en Grevenbicht. Deze nieuwe situatie is te zien op de rivierkaart van 1849. Het gebied Negenoord kwam toen aan de Vlaamse kant te liggen. In de Grensmaas lagen grindeilanden .o.a. tussen Nattenhoven en kasteel Obbicht, bekend onder de naam Elba.

Maasarm Negenoord – Kerkeweerd