De vermiljoenkever – Cucujus cinnaberinus – is een zeldzame en op Europees vlak beschermde keversoort. Dat hij opduikt in een van onze natuurgebieden is dan ook schitterend nieuws.
Verborgen
De vermiljoenkever is zoals de naam het al zegt, zeer opvallend gekleurd maar heeft toch een zeer verborgen levenswijze. Zowel de larven als de volwassen kevers brengen het grootste deel van hun leven door onder de schors van dode bomen. Deze soort leeft in vochtige bossen, houtwallen en lanen met bomen en dikke takken die recent zijn doodgegaan. Ook losse boomstammen kunnen gekoloniseerd worden. De voorkeursstandplaats zijn vochtige takken of stamdelen met diameter van minimaal 10, maar bij voorkeur 20 cm en breder, met optimaal ook blootstelling aan zon. De larve van de kever leeft twee jaar achter de schors van vers dode bomen of takken en ook de volwassen kever leeft het grootste deel van zijn leven achter schors. In Nederland is populier de absolute favoriete boom voor de soort, maar ook de meeste andere loofbomen en zelfs enkele naaldboomsoorten worden bewoond. Het is een pioniersoort die zeer goed kan vliegen. Gaat een boom of een tak in een gebied dood, dan kan het vrouwtje daar in de periode maart-juni haar eitjes in leggen waarna de betreffende locatie vervolgens enkele jaren als leefgebied fungeert. (Bron: Ecopedia)
Een moeilijk verhaal
“De laatste weken werden op verschillende plaatsen in Limburg de Europees beschermde Vermiljoenkever Cucujus cinnaberinus gevonden”, aldus Luc Crevecoeur op de facebookpagina van de LIKONA Werkgroep Ongewervelden. “Als habitatsoort is de beheerder verplicht de nodige beschermingsmaatregelen te nemen en het habitat in stand te houden. De kever en de larven leven in Limburg voornamelijk in oude stervende of net gestorven populieren die aangetast zijn door de honingzwam. Dit zijn net gebieden waar omvorming naar natte hooilanden en elzenbroeken door terreinbeheerders worden uitgevoerd. Het laten staan van een aantal zieke populieren kunnen hier een oplossing zijn. De soort is al enkele malen gevonden achter de schors van zomereiken en vermoedelijk komen elzen in de toekomst ook als woonplaats in aanmerking.
Hoeselt, Zolder, Kinrooi, Kortessem, Halen en Herk-de-Stad zijn de meest recente vindplaatsen”.
Een aandachtspunt voor de beheerders van onze natuurgebieden om deze soort – zoals zijn status ons verplicht – de nodige kansen te geven. Dood hout doet leven. Dat is bij deze weer maar eens bewezen.
Foto: LIKONA Werkgroep Ongewervelden